Het schijnt dat er binnenkort een nieuw televisieprogramma uitkomt dat luistert naar de naam Transparanza. Een bekende Nederlander met cameraploeg bezoekt op zaterdagmiddag de drukke winkelstraten van Neerlands grote steden. Het concept is simpel. Twee willekeurige winkelende voorbijgangers worden uit het publiek gehaald en naast elkaar gezet. Met behulp van een laptop, een internetverbinding en een geraffineerd softwarepakketje wordt gekeken in hoeverre zij ‘via-via’ met elkaar in relatie staan.
Proefversies van het Transparanza zijn succesvol en wijzen uit dat de opzet in de praktijk verrassende situaties oplevert. Twee ‘onbekenden’ blijken onafhankelijk van elkaar al snel iemand te kennen die ze allebei kennen. Hun surfgedrag en de sociale netwerken waarop zij gevonden en gematcht zijn, schept ter plekke een band. Een reactie van een van de deelnemers uit de eerste pilotsessie: “Eigenlijk ken je iedereen wel via via, je staat er alleen nooit bij stil. Best creapy.” Een andere passant is verrast: “Dat de wereld steeds kleiner wordt wist ik, maar dit slaat alles.”
De programmamakers zeggen in te spelen op het besef dat de wereld tegenwoordig gezien wordt als een achtertuintje of “global village”, naar de gevleugelde uitspraak van Marshall McLuhan eind jaren vijftig. “Sociale media hebben de laatste vijf jaar een vlucht genomen,” volgens de bedenker. “Het was alleen nog wachten op iemand die de mogelijkheden met de middelen kon combineren.”
Transparanza is een samengestelde naam en bevat de woorden ‘transparant’ en ‘esperanza’ (‘hoop’ in het Spaans). De uitleg van de programmamakers bij deze naam is dat een transpantie en hoop met elkaar samenhangen: “Hoe transparanter mensen met elkaar omgaan, hoe meer begrip zij voor elkaar kunnen opbrengen. Als de netwerken van twee onbekenden elkaar blijken te overlappen, ontstaat spontaan openheid en betrokkenheid. Dat geeft ‘hoop’ op een betere samenleving.”
De redenering is eenvoudig. Transparantie dwingt tot eerlijkheid. Als iedereen eerlijk is naar elkaar, kun je bedrog weren. Het gebeurt dan ook vaker dat transparantie aan hoop gekoppeld wordt. Hoop dient zich vaak aan in de vorm van verlangen naar meer welvaart en gemak als gevolg van de groeiende digitale infrastructuur die de consument omringt. De mogelijkheden, verbindingen en informatiestromen lijken eindeloos.
En dat kent een keerzijde. Meer collectieve mogelijkheden, betekent minder ruimte voor de individuele privacy. Willen we willen het electronisch patiëntendossier wel? Is het wel zo goed als alle mogelijke informatie op straat ligt? Eenmaal zwart gemaakt op internet, betekent levenslange achtervolging. Juist die ene foute foto blijft oneindig vindbaar. Hoop voor de een, is wanhoop voor de ander.
De verwachting is, dat de integratie tussen ‘mens en machine’ nog wel even doorgaat. De oogjes van Big Brother zullen steeds priemender gaan kijken waardoor sociale (media) controle en druk toenemen.
Misschien hangt de kwalificatie ‘hoop’ of ‘wanhoop’ bij transparantie af van de kansen die de waarheid krijgt. “De waarheid zal u bevrijden” zou dan evengoed een passende naam zijn voor het programma Transparanza. Maar ja, wat is dan die waarheid en waar vinden we die als iedereen denkt dat waarheidsvinding vooral democratisch bepaald zou moeten zijn? We willen immers wel vooral een ‘leuke waarheid’.
Zou dat het zijn wat de programmamakers voor ogen hadden? Leuke waarheden? Het verhaal over Transparanza heb ik in elk geval helemaal uit mijn duim gezogen. Doch belangstellenden getroost: Als de meerderheid het wil, kunnen we het alsnog waar maken.